In Nederland herbergt het waterrijke landschap een diversiteit aan inheemse zoetwatervissen en een groot aantal exoten. RAVON doet onderzoek naar de zoetwatervispopulatie van ons land en hun leefgebieden.
De Visatlas
In 2021 bracht RAVON de Visatlas uit: vier miljoen waarnemingen van de 80 vissoorten die ons land rijk is.. Het resultaat: een standaardwerk van bijna 300 pagina’s over waar soorten voorkomen, hoe ze leven en wat de historische en actuele ontwikkelingen zijn. In het boek komen daarnaast ook de veranderingen in ons watersysteem aan bod.
Vissentrends: betere waterkwaliteit zorgt voor toename soorten
Rond het derde kwart van de 20e eeuw zagen de meeste ecologen de toekomst nog somber in. De watervervuiling had de visstand enorm verarmd, veel riviertjes en beken waren veranderd in vrijwel stilstaande waterlopen en oevers waren weinig natuurlijk door het aanbrengen van oeververdediging.
Sinds het einde van de 20e eeuw wordt er gewerkt aan het herstel van “aquatische habitats” waarbij de invoering van de Kaderrichtlijn Water hieraan een sterke impuls heeft gegeven. Beken krijgen hun natuurlijke loop terug en er worden natuurvriendelijke oevers en vismigratievoorzieningen aangelegd om de verschillende leefgebieden met elkaar te verbinden en trekvissen weer toegang te geven tot hun paaigebieden.
Toegenomen soorten
Bij de inheemse soorten die een positieve trend vertonen, zien we zowel soorten van stromend water (beekprik, bermpje, kopvoorn en sneep) als soorten van stilstaand tot langzaam stromend water (bittervoorn, vetje, kleine modderkruiper en Europese meerval). Deze soorten hebben gemeen dat ze afhankelijk zijn van een goede waterkwaliteit en dit is waarschijnlijk de belangrijkste verklaring voor hun toename.
De groep exoten toont de sterkste toename. Het gaat enerzijds om soorten die al vanaf de jaren 90 of daarvoor in Nederland voorkomen (zonnebaars, hondsvis, roofblei en blauwband) en anderzijds om een groep van met name Ponto-Kaspische soorten die zich sinds het begin van de 21e eeuw enorm snel uitbreiden (marmergrondel, kesslers grondel, zwartbekgrondel en Pontische stroomgrondel).
Afgenomen soorten
Bij de meeste afgenomen soorten speelt het verdwijnen van de natuurlijke afvoerdynamiek en de connectiviteit binnen het watersysteem een belangrijke rol. Voor trekvissoorten als de bot en Atlantische forel gaat het om de degradatie van estuaria door de aanleg van dammen in riviermondingen. Een riviersoort als de barbeel heeft in de Grensmaas veel te lijden van perioden met zeer lage afvoeren die onder andere veroorzaakt worden door het vasthouden van water ten behoeve van de waterkrachtwinning in België. Bij de kwabaal en kroeskarper speelt het verdwijnen van de overstromingsdynamiek in uiterwaarden en oeverlanden langs meren een belangrijke rol bij de afname.
Opgaven voor de toekomst
Vissen zijn soorten die gedurende hun leven van verschillende habitats gebruik maken om zich voort te planten, op te groeien, voedsel te zoeken of te overwinteren. Ze kunnen alleen floreren als aan al deze levensvoorwaarden voldaan wordt. De Visatlas gaat ook in op veranderingen in het Nederlandse watersysteem. Deze zijn groot: door de aanleg van dammen en stuwen, de inpoldering van overstromingsvlakten en de ontginning van veengebieden. Hierdoor zijn de migratiemogelijkheden voor vissen naar regionale delen van het watersysteem beperkt en uitgestrekte ondiepe kraamkamergebieden verdwenen.
Voor het verdere herstel van de visgemeenschap is het daarom van groot belang om de connectiviteit binnen en tussen wateren te vergroten door het verwijderen van barrières en de aanleg van vismigratievoorzieningen. Evenals het creëren van geleidelijke overgangen van land naar water, die bij neerslagoverschot langdurig mogen overstromen. Tenslotte dient de estuariene dynamiek in de mondingsgebieden van onze rivieren hersteld te worden, door het zo veel mogelijk open zetten van de aanwezige sluizen zodat er weer natuurlijke zoet-zout overgangen met uitgestrekte intergetijdengebieden ontstaan.
Het beheer en behoud van deze zoetwatervissen zijn essentieel voor het handhaven van de biodiversiteit en het evenwicht in de Nederlandse wateren. Zowel natuurorganisaties als sportvissers spelen een rol bij het bevorderen van duurzaam beheer en het behouden van gezonde populaties zoetwatervissen in dit waterrijke land.