Voortplanting
De paaitijd valt in de periode van april tot juni, in deze periode wordt meerdere keren gepaaid. Nadat de mannetjes een territorium hebben uitgezet, zetten de vrouwtjes hun eieren af in kleverige snoeren rondom ondergedoken structuren, zoals waterplanten of riet. De eieren worden bewaakt en verzorgd door het mannetje.
Levenswijze
Het leefgebied bestaat uit stilstaande tot langzaam stromende, doorgaans vegetatierijke, wateren. Het vetje is een pionier die vaak snel opduikt in nieuw gegraven wateren. Doordat vetjes doorgaans niet ouder dan twee jaar worden kunnen de aantallen sterk fluctueren afhankelijk van het voortplantingssucces. Vetjes jagen aan het wateroppervlak op zoöplankton, kreeftachtigen en vliegende insecten.