Voortplanting
De zwarte dwergmeerval is na twee tot drie jaar geslachtsrijp en paait in de periode april-mei. Voor de voortplanting wordt op een beschutte plaats een ondiepe nestkuil gegraven in de bodem. Het nest wordt vervolgens bewaakt en verzorgt door met de eitjes en larven met de borstvinnen van zuurstofrijk water te voorzien en het schoon te houden met de bek.
Levenswijze en habitat
De zwarte dwergmeerval is generalist met een voorkeur voor langzaamstromende delen in de benedenloop van rivieren, beken en overstromingsvlakten. Daarnaast komen ze ook in vennen voor. Ze zijn in de schemering en nacht actief. Overdag verschuilen ze zich tussen stenen en in holtes. De soort heeft zeer goed ontwikkelde smaak- en geurzintuigen waaronder lange bekdraden. Het voedsel bestaat uit muggenlarven, watervlooien, waterkevers, pissebedden en vis.