Serpeling Leuciscus leuciscus De serpeling is een vrij zeldzame soort in Nederland die in het verleden achter uitgegaan is door het verslechteren van de waterkwaliteit en het normaliseren van beken en rivieren. Herkenning Serpeling (Leuciscus leuciscus) behoort tot de familie van karperachtigen (Cyprinidae) en heeft een slank zijdelings afgeplat lichaam met zilverkleurige flanken. Het oog is gelig van kleur. Serpeling kan ongeveer 30 centimeter lang worden. Het onderscheid met gelijkende karperachtigen als kopvoorn, winde en blankvoorn kan gemaakt worden doordat deze soorten een eindstandige bek hebben. De bek van serpeling is onderstandig. De bek van sneep is eveneens onderstandig maar deze soort heeft een dikke vlezige neus. Ecologie Voortplanting Er wordt gepaaid in de periode maart-april waarbij de dieren naar ondiepe grindrijke trajecten trekken. Mannetjes scholen samen en verdedigen ieder een klein territorium. De vrouwtjes leggen de eitjes in een paaikuil die ze in de bodem maken. Levenswijze De jonge dieren groeien op in de ondiepe oeverzones. Het voedsel bestaat uit zoöplankton, bodemdieren, insecten en algen. Verspreiding De serpeling heeft een verspreidingsgebied wat zich uitstrekt van West en Noord- Europa tot in de Oeral. De soort leeft hier in de midden- en bovenlopen van rivieren en beken. In Nederland is deze soort voornamelijk te vinden in snelstromende beken in Limburg, Gelderland en Overijssel. Bedreiging en bescherming Serpeling is een vrij zeldzame soort in Nederland die in het verleden achter uitgegaan is door het verslechteren van de waterkwaliteit en het normaliseren van beken en rivieren. Het herstel van de natuurlijke riviermorfologie, het verwijderen van stuwen of de aanleg van vispassages kunnen leiden tot het herstel van leefgebieden. Serpeling is opgenomen in de Visserijwet waarbij het hele jaar als gesloten tijd geldt. Op de Rode Lijst heeft de soort de status ‘kwetsbaar’. Monitoring en trends Binnen het landelijk Verspreidingsonderzoek Zoetwatervissen, onderdeel van het Netwerk Ecologisch Monitoring (NEM), worden gegevens verzameld om te volgen hoe het gaat met de zoetwatervissen in Nederland. Voor een aantal soorten wordt gericht gezocht door vrijwilligers in door RAVON geselecteerde kilometerhokken. Daarnaast worden gegevens gebruikt die verzameld zijn middels andere monitoringsprogramma's (o.a. KaderRichtlijn Water), projecten en losse waarnemingen (Telmee.nl of Waarneming.nl). Op basis hiervan kunnen verspreidingstrends bepaald worden. Wil je hier zelf een bijdrage aan leveren, dan kun je voor meer informatie kijken op Verspreidingsonderzoek Zoetwatervissen. Zie ook Tel mee Vorig artikel Russische rattenslang (Exoot) Volgend artikel Siberische steur Printen 6839