De zalm (Salmo salar) behoort tot de familie van de zalmachtigen (Salmonidae). De vissoort heeft een torpedovormig lichaam met achter op de rug een vetvin. Volwassen zalmen verblijven in de zee en zijn zilverachtig gekleurd met kleine zwarte stippen boven de zijlijn. Tijdens de paaitrek krijgen de mannetjes een haakbek (gekromde onderkaak).
De in zoet water opgroeiende jonge zalm (‘parr’) heeft een diep gevorkte staart, een bruine vetvin en 10–12 donkere vlekken op de zijkant van het lichaam. Als jonge zalmen naar zee trekken (‘smolts’) verdwijnen deze vlekken. Een volwassen zalm kan een lengte van 150 centimeter bereiken.
De zalm kan verward worden met de forel. Maar:
- de forel heeft 14-17 schubben tussen de vetvin en de zijlijn, de zalm heeft er 10-13);
- de forel heeft bovendien een roodachtige rand op de vetvin en een kortere en dikkere staartwortel met een ondiepere gevorkte staart;
- de forel heeft in het parr-stadium een rode vetvin en 9-10 donkere vlekken op de flank.
De exotische regenboogforel is van zalm te onderscheiden door de paarse band op de flanken en de gevlekte staartvin.