Diklipharder Chelon labrosus De diklipharder is een mariene soort die in de zomer de benedenrivieren en andere wateren, die in verbinding staan met de zee, opzwemt. Herkenning De diklipharder (Chelon labrosus) is een torpedovormige vis uit de familie van de harders (Muglidae). De soort heeft zilveren flanken en een brede afgeplatte kop. Er zijn twee gescheiden rugvinnen waarvan de voorste rugvin bestaat uit vier stekelig aanvoelende harde vinstralen. Het onderscheid met dunlipharder kan gemaakt worden op basis van de dikte van de bovenlip. Diklipharder heeft een bovenlip die groter is dan de halve oogdiameter met daarop twee of drie rijen hoornige papillen. Bij dunlipharder is de bovenlip dunner dan de halve diameter van het oog. Diklipharders kunnen ongeveer 90 centimeter lang worden, dunlipharder wordt circa 60 centimeter lang. Ecologie Voortplanting Over de paaigronden van de langs de Nederlandse kust voorkomende diklipharders is weinig bekend. De eitjes van harders worden vrij in het water gelegd en zijn rond, glad, transparant en kleven niet. De in het water zwevende eitjes en larven worden met getijden- en kuststromingen meegevoerd en groeien op in de estuaria en kustzones. Levenswijze Diklipharders prefereren de bovenste waterlaag en voeden zich met algen, dood organisch materiaal en klein dierlijk voedsel. Ze schrapen dit met hun stevige lippen van zandbodems, kademuren en rotsen waarbij ze een duidelijk graasspoor achter kunnen laten. De larven eten vooral zoöplankton. Verspreiding Diklipharder leeft in kustgebieden van vrijwel heel Europa, met uitzondering van Noordelijk Scandinavië en de noordelijke helft van IJsland. De soort wordt vooral ’s zomers waargenomen langs de kust en in de benedenrivieren en andere wateren die in verbinding staan met de zee. Aan het eind van de zomer trekken ze richting het zuiden om in dieper en warmer water te overwinteren. Bedreiging en bescherming Diklipharder is een zeldzame soort in het Nederlandse zoete water. Door de aanleg van de Afsluitdijk en de Deltawerken zijn in de 20e eeuw op veel plaatsen natuurlijke zoet-zout overgangen verdwenen en vervangen door abrupte overgangen. Hierdoor is het areaal aan estuaria en daarmee leef- en opgroeigebied geslonken. Diklipharder is opgenomen in de Visserijwet zonder minimummaat of gesloten tijd. Zie ook Tel mee Vorig artikel Dikkopschildpad (Dwaalgast) Volgend artikel Donaubrasem Printen 4459