Beekprik Lampetra planeri De beekprik brengt het grootste deel van zijn leven door als blinde larf in de bodem van beken. Herkenning De beekprik behoort tot de familie van de prikken (Petromyzontidae) ook wel rondbekken genoemd. Het lichaam is slangachtig met zeven ronde kieuwopeningen achter het oog. De larven hebben geen ogen, een spleetvormige bek en zijn lichtbruin tot geel gekleurd. Volwassen beekprikken hebben lichtgele tot zilverkleurige flanken en een ronde zuigbek met stompe tandjes. Beekprik kan tot 20 cm lang worden. Bij gemetamorfoseerde exemplaren is onderscheid met volwassen rivierprik en zeeprik is te maken op basis van de zuigbek welke bij laatstgenoemde soorten scherpe tandjes bevat (pas op: bij net gemetamorfoseerde rivierprikken zijn de tandjes ook nog stomp). Onderscheid met de larve van de zeeprik is te maken doordat deze zwart gepigmenteerde vlekjes op de staart heeft terwijl bij beekpriklarven pigment ontbreekt. Onderscheid met de larven van rivierprik is in het veld niet te maken. Ecologie Voortplanting De beekprik paait in de periode februari-mei op grindrijke plaatsen met stromend water. De dieren maken een nestkuil door steentjes met hun mondschijf te verslepen. Het vrouwtje zuigt zich vast aan één van de stenen aan de rand van het nest. Een mannetje zuigt zich vervolgens vast aan haar kop en draait zijn lichaam strak om haar heen waarna de eitjes afgezet en bevrucht worden. Na de voortplanting sterven de dieren. Levenswijze Beekprik is een geheel stromingsminnende soort. Ze leven in beken en riviertjes met een matige stroming. De larven laten zich na het uitkomen met de stroom meevoeren naar detritusbanken en slibbodems waar ze zich ingraven en leven van detritus en kleine organismen die uit het water gefilterd worden. De larven hebben een mondspleet en nog geen zuigbek en ogen. Na circa zeven jaar metamorfoseren de priklarven aan het eind van de zomer en krijgen een zuigbek en ogen, ze voeden zich dan niet meer en planten zich in het opgvolgende voorjaar voort. Verspreiding Beekprik komt in Europa voor in riviersystemen die op de Noordzee, Baltische Zee en Oostzee afwateren. Ook in het zuiden van Portugal en de westflank van Italië komen populaties voor. Het leefgebied bevindt zich in beken en riviertjes. In Nederland komt de beekprik voor in enkele relatief natuurlijk beken met een goede waterkwaliteit in de provincies Gelderland, Overijssel, Noord-Brabant en Limburg. In Noord-Brabant is de soort op diverse locaties geherintroduceerd. Bedreiging en bescherming De beekprik is een zeer zeldzame soort in Nederland. De soort is op veel plaatsen verdwenen door watervervuiling en het normaliseren van beeksystemen. Ook baggerwerkzaamheden, waarbij slib- en detritusbanken met daarin beekpriklarven verwijderd worden en verdroging waarbij (delen van) beken droogvallen vormen een bedreiging. De soort is in Nederland beschermd onder de Wet natuurbescherming. Beekprik is opgenomen in de Habitatrichtlijn (Bijlage II) en staat op de Rode Lijst als ‘bedreigd’ (Staatscourant 2015 nr. 36471). Monitoring en trends Binnen het landelijk Verspreidingsonderzoek Zoetwatervissen, onderdeel van het Netwerk Ecologisch Monitoring (NEM), worden gegevens verzameld om te volgen hoe het gaat met de zoetwatervissen in Nederland. Voor een aantal soorten wordt gericht gezocht door vrijwilligers in door RAVON geselecteerde kilometerhokken. Daarnaast worden gegevens gebruikt die verzameld zijn middels andere monitoringsprogramma's (o.a. KaderRichtlijn Water), projecten en losse waarnemingen (Telmee.nl of Waarneming.nl). Op basis hiervan kunnen verspreidingstrends bepaald worden. Wil je hier zelf een bijdrage aan leveren, dan kun je voor meer informatie kijken op Verspreidingsonderzoek Zoetwatervissen. Zie ook Herintroductie Brabant Artikel in RAVON 44 Artikel in RAVON 48 Artikel in RAVON 52 Tel mee Contact Frank Spikmans Vorig artikel Beekdonderpad Volgend artikel Bermpje Printen 20374