De elft is een in de 20e eeuw uitgestorven trekvis die sinds 2008 weer in Nederland voorkomt.
Elft (Alosa alosa) behoort tot familie van de haringen (Clupeidae). Ze hebben een langgerekt zijdelings afgeplat lichaam met een vrij grote kop met een diepe mondspleet die tot de achterrand van het oog reikt. Er bevindt zich doorgaans één stip diret achter het kieuwdeksel, soms gevolgd door nog één of meerdere kleine vlekken. Elft kan een lengte van 62 centimeter bereiken. De soort vertoont veel gelijkenis met de fint waarbij het onderscheid te maken is door diep in de geopende bek te ijken naar het aantal kieuwboogaanghangsels: elft heeft er meer dan 80 (fijne kam), fint minder dan 60 (grove kam).
Voortplanting
Elften paaien de periode mei-juni ver stroomopwaarts in rivieren boven grindbanken. Een groot deel van de dieren sterft na de paai. De volwassen dieren migreren hier in de periode maart-mei heen vanuit zee. De jonge elften leven eerst in langzaamstromende delen van rivieren waarna ze zich in de loop van de zomer tot het volgende voorjaar met de stroom laten afzakken naar estuaria en kustwateren om verder op te groeien.
Levenswijze
De elft is een gedeeltelijk stromingsminnende soort. Adulte dieren leven in scholen in open zee, kustzones en estuaria. Aan het eind van de winter trekken ze naar de kust om vervolgens rond mei de rivieren op te trekken voor hun voortplanting. Volwassen elften voeden zich met in het water zwevende kreeftachtigen en vislarven, jonge elft voedt zich met macrofauna.
Het verspreidingsgebied van Elft in Europa omvat de kustgebieden en aangrenzende rivieren van de Oostzee, Noordzee, de Atlantische kust en de Middellandse zee tot en met Zuid-Frankrijk. Tot het begin van de 20e eeuw trokken honderdduizenden elften de Rijn op, naar paaiplaatsen stroomopwaarts van Nederland tot Basel en in zijrivieren als de Neckar, Main en Moezel. In de jaren 30 van de vorige eeuw stierf de Rijnpopulatie uit. Sindsdien werd de soort alleen zeer incidenteel aangetroffen. Waarschijnlijk ging het hier om dwaalgasten uit andere riviersystemen. In 2008 is in het Duitse deel van de Rijn een herintroductieprogramma gestart en zijn er tot 2018 ongeveer 13 miljoen jonge elften uitgezet. Sindsdien wordt elft weer incidenteel waargenomen in Nederland en is er succesvolle voortplanting in Duitsland vastgesteld.
Bedreiging en bescherming
Intensieve visserij en het uitvoeren van riviernormalisaties, het aanleggen van stuwen en een verslechtering van de waterkwaliteit waardoor paaiplaatsen ongeschikt en onbereikbaar werden, heeft de elft doen uitsterven rond de jaren 30 van de vorige eeuw. Het verbeteren van de waterkwaliteit, de aanleg van vistrappen en habitatherstel in historische paairivieren bieden perspectief voor de terugkeer van de soort in de Rijn waarna een herintroductieprogramma is gestart in het Duitse deel van de Rijn. Elft is internationaal beschermd middels de Conventie van Bern (Bijlage 3) en de Europese Habitatrichtlijn (Bijlage II en IV). De soort is opgenomen in de Visserijwet met een jaarrond gesloten tijd.