Snoek Esox lucius In Nederland komt de snoek in vrijwel alle watertypen voor. Tot een centimeter of tien eten snoeken zoöplankton en macrofauna, daarna hoofdzakelijk vis. Naast andere vissen eten snoeken eigenlijk alles wat in het water zwemt en in hun bek past. Ook amfibieën, jonge vogels en kleine zoogdieren behoren tot de prooidieren. Herkenning De snoek (Esox lucius) behoort tot de familie van de snoeken (Esoxidae) en heeft een torpedovormig lichaam met een lange kop en een grote brede bek met scherpe tanden. Het lichaam heeft een groen tot grijsbruine kleur met een patroon van gele tot gouden vlekken die vaak dwarsbanden vormen. De maximale lengte bedraagt circa 140 centimeter. Het onderscheid met snoekbaars kan gemaakt worden doordat deze soort twee rugvinnen heeft, snoek heeft één rugvin. Ecologie Voortplanting De paaitijd van snoek valt in de periode van februari tot mei en vindt plaats in ondiepe begroeide oevers of ondergelopen weilanden. Afhankelijk van de aanwezigheid van geschikt paaigebied vindt hierbij in meer of mindere mate paaimigratie plaats. Levenswijze De snoek heeft een voorkeur voor heldere, stilstaande tot langzaam stromende wateren met veel oever- en onderwaterplanten. Met name voor de overleving van de jongere levensstadia die beschutting nodig hebben is watervegetatie van groot belang. In Nederland komt de soort in vrijwel alle watertypen voor. Tot een centimeter of tien eten snoeken zoöplankton en macrofauna, daarna hoofdzakelijk vis. Naast andere vissen eten snoeken eigenlijk alles wat in het water zwemt en in hun bek past. Ook amfibieën, jonge vogels en kleine zoogdieren behoren tot de prooidieren. Verspreiding Snoek komt over het gehele Noordelijk Halfrond voor in gebieden waar geen tropisch of sub-tropisch klimaat heerst. Met uitzondering van Griekenland en Albanië komt de soort overal in Europa voor. In Nederland is de snoek te vinden in vrijwel elk watertype. Bedreiging en bescherming De snoek behoort tot de algemeenste soorten van Nederland. De soort is gevoelig voor het verdwijnen van waterplanten als gevolg van vertroebeling. Hierdoor is de soort halverwege de vorige eeuw plaatselijk achteruitgegaan. Door waterkwaliteitsverbeteringen heeft de snoek zich op veel plaatsen hersteld. De soort is opgenomen in de Visserijwet met een minimummaat van 45 centimeter en een gesloten tijd van 1 maart tot en met 31 mei. Monitoring en trends Binnen het landelijk Verspreidingsonderzoek Zoetwatervissen, onderdeel van het Netwerk Ecologisch Monitoring (NEM), worden gegevens verzameld om te volgen hoe het gaat met de zoetwatervissen in Nederland. Voor een aantal soorten wordt gericht gezocht door vrijwilligers in door RAVON geselecteerde kilometerhokken. Daarnaast worden gegevens gebruikt die verzameld zijn middels andere monitoringsprogramma's (o.a. KaderRichtlijn Water), projecten en losse waarnemingen (Telmee.nl of Waarneming.nl). Op basis hiervan kunnen verspreidingstrends bepaald worden. Wil je hier zelf een bijdrage aan leveren, dan kun je voor meer informatie kijken op Verspreidingsonderzoek Zoetwatervissen. Zie ook Tel mee Vorig artikel Sneep Volgend artikel Snoekbaars Printen 19838