Voortplanting
In het natuurlijke verspreidingsgebied plant de Afrikaanse meerval zich voort in de regentijd op overstromingsvlaktes langs rivieren of in tijdelijke stroompjes. Na de voortplanting trekken de volwassen dieren zich terug naar de diepere delen, de jongen volgen als ze rond de 2cm groot zijn. In Nederland is nog nooit natuurlijke voortplanting vastgesteld.
Levenswijze & habitat
De Afrikaanse meerval leeft in meren, poelen, rivieren en overstromingsvlaktes, bij voorkeur in stilstaande of langzaamstromende delen met een dikke modderbodem. Hierin graaft de soort zich in tijdens droge perioden waardoor ze periodieke droogval kunnen overleven. De waarnemingen uit Nederland komen uit diverse watertypen zoals kanalen, beken en rivieren en zijn eerder te linken aan uitzettingen of ontsnappingen dan aan habitatvoorkeur. Het voedsel bestaat uit macrofauna, vissen, amfibieën, planten en ook watervogels.