Brasem Abramis brama De brasem is één van de meest wijdverspreide vissoorten met een voorkeur voor voedselrijke omstandigheden. Herkenning De brasem (Abramis brama) behoort tot de karpers (Cyprinidae). De soort heeft een hooggebouwd zijdelings afgeplat lichaam met een uitstulpbare onderstandige bek. De jonge dieren hebben zliverkleurige flanken, oudere brasems hebben een donkergrijze tot donkerbruine kleur. In de paaitijd krijgen de mannetjes witte paaiuitslag. De soort kan 77 centimeter lang worden maar wordt in Nederland doorgaans niet langer dan 60 centimeter. Met name jonge exemplaren van brasem kunnen verward worden met de gelijkende kolblei en uitheemse Donaubrasem en blauwneus. Kolblei heeft een groter oog en minder schubben tussen de zijlijn en rugvin (7-9 bij kolblei t.o.v. 10-13), Donaubrasem heeft een langere anaalvin en blauwneus is minder hoog gebouwd, heeft een verdikte neus en u-vormige bek. Ecologie Voortplanting De paai van brasem vindt plaats in de periode van april tot juni op ondiepe plaatsen. In meren en plassen trekken de brasems hiervoor vaak naar aangrenzende vaarten en sloten, in de rivieren wordt bij hoogwater ook gepaaid op ondergelopen graslanden. De eieren worden bij voorkeur op waterplanten afgezet. Bij gebrek hieraan wordt op houtig substraat of stenen afgezet. Levenswijze Brasems hebben een voorkeur voor stilstaande tot langzaam stromende diepere voedselrijke wateren zoals de benedenlopen van grotere rivieren, meren, kanalen en vaarten. Met zijn uitstulpbare bek zoekt brasem naar ongewervelden in zachte bodems. De jonge dieren filteren dierlijk plankton uit de waterkolom. In de winter migreren brasems naar dieper en meer stilstaand water. Verspreiding De brasem komt in een groot deel van Europa voor met uitzondering van Schotland, noordelijk Scandinavië, het Iberisch Schiereiland, Italië en Griekenland. Het verspreidingsgebied strekt zich uit tot aan het Aralmeer in Azië. De brasem komt in Nederland in vrijwel in elk watertype voor met uitzondering van kleinere ondiepe en heldere wateren zoals beekjes op de hogere zandgronden. Bedreiging en bescherming Brasem behoort tot de algemeenste soorten van Nederland en kent weinig bedreigingen. In de tweede helft van de 20e eeuw nam de soort toe doordat veel wateren door het lozen van voedselrijk water sterk eutroof en troebel waren. Rond de eeuwisseling verbeterde de waterkwaliteit en werd veel water helderder en namen dichtheden op veel plaatsen af. De soort is opgenomen in de Visserijwet en heeft geen minimummaat of gesloten tijd. Monitoring en trends Binnen het landelijk Verspreidingsonderzoek Zoetwatervissen, onderdeel van het Netwerk Ecologisch Monitoring (NEM), worden gegevens verzameld om te volgen hoe het gaat met de zoetwatervissen in Nederland. Voor een aantal soorten wordt gericht gezocht door vrijwilligers in door RAVON geselecteerde kilometerhokken. Daarnaast worden gegevens gebruikt die verzameld zijn middels andere monitoringsprogramma's (o.a. KaderRichtlijn Water), projecten en losse waarnemingen (Telmee.nl of Waarneming.nl). Op basis hiervan kunnen verspreidingstrends bepaald worden. Wil je hier zelf een bijdrage aan leveren, dan kun je voor meer informatie kijken op Verspreidingsonderzoek Zoetwatervissen. Zie ook Tel mee Vorig artikel Brakwatergrondel Volgend artikel Brasemblei Printen 15495