Search

Over RAVON Actueel English Steun ons Webshop

zaterdag 4 mei 2024
Padden

Padden

Padden

Wist je dat er in Nederland vijf inheemse paddensoorten voor komen?

Paddensoorten in Nederland

In Nederland leven 5 inheemse paddensoorten: de gewone pad, geelbuikvuurpad, knoflookpad, rugstreeppad en de vroedmeesterpad. 

De gewone pad komt in vele habitats voor en heeft een voorkeur voor kleinschalig, gevarieerd landschap. Ze schuwen de mens niet en komen voor in tuinen, parken en ruderale terreintjes. Ze kunnen gifstoffen afscheiden via de huid, waardoor ze door vijanden vaak gemeden worden. Padden kunnen heel oud worden (waarneming van 30 jaar), maar in de natuur worden ze meestal niet ouder dan 10 jaar. 

Een ander opmerkelijk lid van de paddenfamilie in Nederland is de rugstreeppad. Kenmerkend voor deze soort is de opvallende gele streep die over hun rug loopt en zijn harde roep, die over meerdere kilometers hoorbaar kan zijn.

De knoflookpad is een plompe pad met opvallend uitpuilende ogen met verticale pupillen en een opvallend grote graafknobbel op zijn achterpoot. Bij verstoring kan de knoflookpad een geur afscheiden dat licht naar knoflook ruikt.

De vroedmeesterpad is een kleine gedrongen pad. De grote ogen hebben een verticale pupil. Ze produceren een kort, melodieus en fluitend roepje. De kenmerkende fluitende roep doet denken aan het geluid van klokjes (vandaar de Limburgse namen klökske en klingelke).

De geelbuikvuurpad is een kleine grotendeels aquatische (in het water levende) pad. Hij heeft een zeer wrattige grijs, bruin tot olijfkleurige rug en een zwarte buik met daarop een patroon van gele vlekken, waaraan hij zijn naam te danken heeft. De pupil is driehoekig tot hartvormig. Zijn roep is een zacht, melodieus oeh, oeh, oeh dat meer dan 40 keer per minuut herhaald kan worden.

Inheemse paddensoorten

Vroedmeesterpad

Alytes obstetricans

Vroedmeesterpad Alytes obstetricans Jelger Herder

De vroedmeesterpad is een kleine gedrongen pad. De mannetjes van de vroedmeesterpad dragen de eisnoeren enkele weken met zich mee op het land.


Herkenning

De vroedmeesterpad is een kleine gedrongen pad. De grote ogen hebben een verticale pupil. Het trommelvlies is duidelijk zichtbaar. De grondkleur is bruin, grijs of olijfkleurig met daarop kleine rode tot geelachtige wratjes. De buik is wittig. Vroedmeesterpadden worden tot 5.5 cm groot. 

Ze produceren een kort, melodieus en fluitend roepje. Dit is vanaf eind maart, begin april tot in augustus te horen, vooral ‘s avonds en ’s nachts, maar op warme dagen ook overdag. Kort na zonsondergang zijn ze het actiefst. Ook de vrouwtjes kunnen een roepje voortbrengen. De kenmerkende fluitende roep doet denken aan het geluid van klokjes (vandaar de Limburgse namen klökske en klingelke).

Roep:

 Vroedmeesterpad Alytes obstetricans Jelger Herder


 

Ecologie

 

Voortplanting

De vroedmeesterpad stelt weinig eisen aan het voortplantingswater. De pad plant zich voort in typische pionierswateren in groeven, in betonnen drinkbakken en in diepe koude bronpoelen langs hellingbossen.

De vroedmeesterpad dankt zijn naam aan de bijzondere broedzorg van het mannetje. Na de paring wordt het eisnoer niet afgezet in het water, maar het mannetje wikkelt het om zijn achterpoten en draagt de eitjes drie tot zeven weken met zich mee op het land. De kleur van de eieren is aanvankelijk witachtig geel, maar gaat over in heldergeel of bruin. Vrouwtjes kunnen meerdere keren per seizoen eitjes afzetten. Als de eitjes op het punt van uitkomen staan, gaat het mannetje naar het water en kruipen de larven uit het ei. De larven zijn lichtbruin en hebben verdeeld over het lichaam en de staart donkerbruine punten of vlekjes. Door deze speciale vorm van broedzorg verkleint de soort het risico dat er iets met de eieren gebeurt. 

Levenswijze

De vroedmeesterpad is een soort van voornamelijk ruderaal terrein (groeven), halfnatuurlijke graslanden en steden en dorpen. Zomer- en winterbiotoop zijn stenige, open hellingen en hellingbossen en graften met een stenige ondergrond. Overwintering is ook vastgesteld in kalksteengroeven, kalkovens en in andere bebouwing. 

Voedsel: nachtvlinders, regenwormen, slakken,mieren, kevers en andere ongewervelden. De larven eten vermoedelijk zowel dierlijk als plantaardig materiaal.
 

 Vroedmeesterpad Alytes obstetricans Jelger Herder

 

Verspreiding

De vroedmeesterpad komt van nature alleen in Zuid-Limburg voor. Op andere plaatsen in Nederland is hij uitgezet. Met name in stedelijk gebied blijken tal van uitgezette populaties zich al meerdere generaties te kunnen handhaven. Hij wordt aangetroffen op ruderale plaatsen (groeven, oude bebouwing en kerkhoven) en in hellingbossen en graften. Open groeven zijn belangrijke kerngebieden met grote populaties vroedmeesterpadden. De soort wordt in zekere zin gezien als een cultuurvolger. Een stenige structuur van de bodem is de belangrijkste bepalende factor voor verspreiding. Meer dan 80% van de vindplaatsen in Zuid-Limburg is gelegen in de associatie van krijt- en krijtverweringsgronden. Met name op de overgang van de plateaus naar de lagere dalhellingen wordt de vroedmeesterpad aangetroffen.De vroedmeesterpad heeft een duidelijke voorkeur voor naar het zuiden geëxponeerde hellingen. Het is een warmteminnende soort. 

 


 

Bedreiging en bescherming

De soort heeft de status 'kwetsbaar' in de Rode lijst. De vroedmeesterpad opgenomen in de Europese Habitatrichtlijn (bijlage 4). De soort is beschermd volgens de Wet Natuurbescherming. In het RAVON tijdschrift is een artikel over deze wet. Dit artikel is hier te vinden.

 Vroedmeesterpad Alytes obstetricans Annemarie van Diepenbeek
 

Monitoring en trends

Binnen het landelijk Meetprogramma Amfibieën, onderdeel van het Netwerk Ecologisch Monitoring (NEM), worden gegevens verzameld om te volgen hoe het gaat met de amfibieën in Nederland. Bij monitoring worden herhaald in de tijd gegevens verzameld volgens een vaste werkwijze. In vaste telgebieden worden meerdere keren per jaar de aantallen waargenomen amfibieën per soort geteld. Op basis hiervan kunnen van vijf soorten aantalstrends bepaald worden. Daarnaast worden gegevens verzameld middels projecten en losse waarnemingen (Telmee.nl of Waarneming.nl) wat bruikbaar is voor het verspreidingsonderzoek. Hiermee kunnen ook de trends in verspreiding worden vastgesteld. Wil je hier zelf een bijdrage aan leveren dan kun je voor meer informatie kijken op Meetprogramma Amfibieën, Amfibieën daglijstje of Verspreidingsonderzoek Amfibieën.

Monitoring kan door:

  • avondtellingen van kooractiviteit nabij voortplantingswater (april t/m juli);
  • zoeken van larven (half mei t/m augustus).

Momenteel is er geen aantaltrend beschikbaar voor de vroedmeesterpad.

 
Vorig artikel Rugstreeppad
Printen
28937 Waardeer dit artikel
Geen waardering

Welke eigenschappen heeft een pad?

Kikkers en padden lijken veel op elkaar, toch zijn er duidelijke verschillen. De huid van padden is bobbelig en meestal bruinachtig van kleur. Dan is er nog een verschil, kikkers hebben een gladde en vaak mooi gekleurde huid. Kikkers kunnen goed springen, maar padden kunnen dit absoluut niet. Als ze hun best doen komen ze niet verder dan een klein hopje. Padden kunnen heel oud worden (waarneming van een gewone pad van 30 jaar), maar in de natuur worden ze meestal niet ouder dan 10 jaar.

Veelgestelde vragen over padden

Wat is het verschil tussen een kikker en een pad?

Kikkers en padden zijn beide amfibieën, maar ze behoren tot verschillende families binnen de klasse Amphibia. Hier zijn enkele algemene kenmerken die helpen om kikkers en padden van elkaar te onderscheiden.

De huid van kikkers is meestal glad en vochtig. Ze hebben goed ontwikkelde klieren die slijm afscheiden om hun huid vochtig te houden. De huid van padden is vaak dikker en ruwer dan die van kikkers. Het kan wrattig of knobbelig zijn. Kikkers hebben slanke lichamen, lange achterpoten en grote, zwemvliezen aan hun achterpoten. Deze aanpassingen helpen hen bij het zwemmen. Padden hebben kortere achterpoten in vergelijking met kikkers en missen zwemvliezen. Hun lichaam is vaak platter en gedrongener.
Kikkers zijn vaak te vinden in vochtige omgevingen, zoals vijvers, moerassen en bossen met veel water. Padden zijn vaak te vinden op het land, hoewel ze ook in vochtige omgevingen leven. Ze zijn goed aangepast aan terrestrische habitats.

Wat is de paddentrek?

In het voorjaar trekken padden na hun winterslaap massaal naar voortplantingswateren, zoals poelen en sloten. Daar vindt de paring plaats en worden eitjes afgezet. Deze eitjes ontwikkelen zich tot larven, die zich uiteindelijk metamorfoseren tot volwassen padden. Deze jaarlijkse migratie is niet alleen een wonder van de natuur, maar ook een kwetsbaar moment waarbij padden vaak geconfronteerd worden met gevaren, zoals verkeer.

Daarom zijn er ieder jaar ruim 300 werkgroepen door heel Nederland actief om de padden tijdens hun trek te helpen drukke wegen over te steken. Deze aantallen overgezette padden worden geregistreerd op de website padden.nu; dé toegewijde online bron voor alles wat met padden te maken heeft in Nederland.

Welke padden zijn zeldzaam in Nederland?

Geelbuikvuurpad (Jelger Herder)

De geelbuikvuurpad is het zeldzaamste amfibie in Nederland. In Zuid-Limburg bereikt hij de noordwestgrens van zijn gebied.De soort is volledig beperkt tot het Zuid-Limburgs district. De geelbuikvuurpad kwam vrij algemeen en verspreid over het uiterste zuiden van Limburg voor. Nu is deze soort daar nog maar op enkele plaatsen aanwezig en wordt er met uitsterven bedreigd. De soort is op meerdere locaties in Limburg geherintroduceerd.

De vroedmeesterpad komt van nature alleen in Zuid-Limburg voor. Op andere plaatsen in Nederland is hij uitgezet. Met name in stedelijk gebied blijken tal van uitgezette populaties zich al meerdere generaties te kunnen handhaven. Hij wordt aangetroffen op ruderale plaatsen (groeven, oude bebouwing en kerkhoven) en in hellingbossen en graften. Open groeven zijn belangrijke kerngebieden met grote populaties vroedmeesterpadden. 

De vroedmeesterpad is een kleine gedrongen pad. De mannetjes van de vroedmeesterpad dragen de eisnoeren enkele weken met zich mee op het land.(Jelger Herder)

De soort wordt in zekere zin gezien als een cultuurvolger. Een stenige structuur van de bodem is de belangrijkste bepalende factor voor verspreiding. Meer dan 80% van de vindplaatsen in Zuid-Limburg is gelegen in de associatie van krijt- en krijtverweringsgronden. Met name op de overgang van de plateaus naar de lagere dalhellingen wordt de vroedmeesterpad aangetroffen.De vroedmeesterpad heeft een duidelijke voorkeur voor naar het zuiden geëxponeerde hellingen. Het is een warmteminnende soort. 

 

Over RAVON

RAVON is een onafhankelijke kennisorganisatie die samen met vrijwilligers de inheemse reptielen, amfibieën en vissen beschermt. RAVON, FLORON en Paddenstoelenonderzoek Nederland zijn onderdeel van Stichting Natuur Onderzoek Nederland.

Privacy statement

Geregistreerd bij

Logo ANBI

Telprojecten

Reptielen tellen
Amfibieën tellen
Vissen tellen

Partners

Doe mee

Word vrijwilliger
Word donateur
Doe een gift
Werkgroepen

Webshop

Contact

Telefoon: 024-7410600
Email: kantoor@ravon.nl
Contactpagina


Adres Natuurplaza
(gebouw Mercator III)
Toernooiveld 1 6525 ED
Nijmegen
Route

Vacatures

Back To Top