Gladde slang Coronella austriaca De gladde slang heeft door zijn ongekielde schubben een glad uiterlijk. Het is een soort die vrij verborgen leeft. Herkenning De gladde slang heeft door zijn ongekielde schubben een glad uiterlijk. Hij wordt nogal eens verward met de adder. Het verschil zit hem in: de ronde pupil; de duidelijk slankere bouw; een vlekken- of streeptekening in plaats van een duidelijke zigzagtekening; een langere staart. Gladde slangen worden zelden langer dan 65 cm. Ecologie Voortplanting Gladde slangen zijn eierlevendbarend: ze broeden de eieren uit in het moederlichaam. Het aantal jongen varieert van 2 tot 13, maar ligt gemiddeld rond de 6 tot 8. Levenswijze De gladde slang bewoont vooral droge heideterreinen, maar ook hogere delen van hoogveengebieden en open bossen en jonge aanplant op zandgrond. Het substraat in de Nederlandse leefgebieden bestaat uit zand of veen, nooit uit klei. De soort kan ook voorkomen op kalkgraslanden en in groeven, in ons land betreft dit het Nederlandse gedeelte van de Sint Pietersberg. Gladde slangen leven vooral van jonge nestmuizen en soms van hagedissen. Ze zijn niet giftig en niet agressief. Er zijn gladde slangen van 16-17 jaar bekend. Verspreiding Het verspreidingsgebied van de gladde slang in Nederland omvatte ooit grote delen van de hogere zandgronden. Het zwaartepunt van de verspreiding ligt tegenwoordig op de Veluwe. In de regio’s waar de soort voorkomt is de verspreiding vaak beperkter en meer versnipperd. Op een aantal plaatsen in Nederland vormt de gladde slang één populatie met de slangen aan de Duitse en Belgische kant van de grens. Bedreiging en bescherming De gladde slang heeft in de Rode Lijst de status Bedreigd. De soort is beschermd volgens de Wet Natuurbescherming (Nationaal beschermd, sinds januari 2017). In het RAVON tijdschrift is een artikel over deze wet verschenen. Dit artikel is hier te vinden. Ook heeft zij een beschermingsstatus in de Conventie van Bern (bijlage 2) en in de Europese Habitatrichtlijn (bijlage 4). Klik hier voor het beschermingsplan voor de gladde slang in Noord-Brabant Monitoring en trends Binnen het landelijk Meetprogramma Reptielen, onderdeel van het Netwerk Ecologisch Monitoring (NEM), worden gegevens verzameld om te volgen hoe het gaat met de reptielen in Nederland. Bij monitoring worden herhaald in de tijd gegevens verzameld volgens een vaste werkwijze. Op vaste trajecten worden meerdere keren per jaar de aantallen waargenomen reptielen per soort geteld. Op basis hiervan kunnen aantalstrends bepaald worden. Daarnaast worden gegevens verzameld middels projecten en losse waarnemingen (Telmee.nl of Waarneming.nl) wat bruikbaar is voor het verspreidingsonderzoek. Hiermee kunnen ook de trends in verspreiding worden vastgesteld. Wil je hier zelf een bijdrage aan leveren dan kun je voor meer informatie kijken op Meetprogramma Reptielen of Verspreidingsonderzoek Reptielen. Zie ook Atlastekst Zoekkaart Herkenningskaart vervellingen Brochure Nieuwsbrieven Soortbeschermingsplan Artikel RAVON 45 Artikel RAVON 48 Contact Jeroen van Delft Vorig artikel Giebel Volgend artikel Goudharder Printen 33187 80