Winde Leuciscus idus Datum & tijd: In Nederland is de winde een vrij algemene vissoort in de grote rivieren en de daarmee verbonden wateren. Deze vis kan ongeveer 70 centimeter groot worden. Herkenning Winde (Leuciscus idus) behoort tot de familie van de karpers (Cyprinidae) en heeft een langgerekt zijdelings afgeplat lichaam met zilveren flanken en een relatief kleine eindstandige bek. Oudere dieren krijgen vaak een donkere grijs- tot groenbruine kleur. De soort kan 70 centimeter groot worden maar wordt doorgaans niet groter dan 60 centimeter. Vooral de jongere windes worden gemakkelijk verward met andere karperachtigen zoals blankvoorn, kopvoorn, sneep, serpeling en roofblei. Het onderscheid met blankvoorn is te maken op basis van het aantal schubben op de zijlijn (winde: 55-61, blankvoorn :39-48). Kopvoorn heeft een bolronde anaalvin, die van winde is recht tot holrond. Sneep en serpeling hebben een onderstandige bek en sneep heeft een vlezige neus. Roofblei heeft een grote bovenstandige bek met een puntig eindigende onderkaak die in een kuiltje in de bovenkaak valt. Ecologie Voortplanting Bij het aanbreken van de paaitijd, in de periode van maart tot mei, trekken de volwassen dieren naar de paaigronden. Dit zijn oeverzones van stromende wateren, zoals beken en rivieren, waarbij de bodem bestaat uit zand of grind. Tijdens hoogwater wordt ook gepaaid op ondergelopen graslanden in de uiterwaarden van de rivieren. Bij de trek kunnen afstanden tot meer dan 100 km worden afgelegd. Meestal paait een vrouwtje met meerdere mannetjes. De eieren zinken naar de bodem waar ze zich hechten aan waterplanten(resten) of grind en stenen. Levenswijze Volwassen winde leeft in de hoofdstroom van de langzamer stromende benedenlopen van rivieren en de hiermee in verbinding staande wateren. Juveniele winde groeit op in de ondiepere langzaam stromende oeverzones. Naarmate de dieren groter worden trekken ze naar dieper water. De soort eet voornamelijk dierlijk voedsel, zoals insectenlarven, slakken, mosselen en kleine vissen. Verspreiding Winde komt in een groot deel van Europa voor, maar niet in Zuid-Europa, Ierland en Schotland. Het verspreidingsgebied strekt zich tot diep in Azië uit ten noorden van de Zwarte en Kaspische Zee.In Nederland is winde een vrij algemene vissoort in de grote rivieren en de daarmee verbonden wateren. Bedreiging en bescherming In Nederland is winde een vrij algemene vissoort in de grote rivieren en de daarmee verbonden wateren. Het herstel van de natuurlijke riviermorfologie, het verwijderen van stuwen of de aanleg van vispassages kunnen leiden tot het verbeteren van leefgebieden. De soort is opgenomen in de Visserijwet met een minimummaat van 30 centimeter en een gesloten tijd van 1 april tot en met 31 mei. Monitoring en trends Binnen het landelijk Verspreidingsonderzoek Zoetwatervissen, onderdeel van het Netwerk Ecologisch Monitoring (NEM), worden gegevens verzameld om te volgen hoe het gaat met de zoetwatervissen in Nederland. Voor een aantal soorten wordt gericht gezocht door vrijwilligers in door RAVON geselecteerde kilometerhokken. Daarnaast worden gegevens gebruikt die verzameld zijn middels andere monitoringsprogramma's (o.a. KaderRichtlijn Water), projecten en losse waarnemingen (Telmee.nl of Waarneming.nl). Op basis hiervan kunnen verspreidingstrends bepaald worden. Wil je hier zelf een bijdrage aan leveren, dan kun je voor meer informatie kijken op Verspreidingsonderzoek Zoetwatervissen. Zie ook Tel mee Printen 13916 Waardeer dit artikel Geen waardering