Kolblei Blicca bjoerkna Datum & tijd: De kolblei komt wijd verspreid voor in de wat grotere en diepere wateren binnen Nederland. Zeker de kleinere exemplaren van de soort worden vaak verward met de brasem. Herkenning De kolblei (Blicca bjoerkna) is een hooggebouwde karperachtige (Cyprinidae) met een sterk zijdelings afgeplat lichaam en zilverkleurige flanken. De kop is relatief klein met een onderstandige uitstulpbare bek. Het mannetje heeft in de paaiperiode paaiuitslag (witte knobbeltjes) over het lichaam. De maximum lengte bedraagt ongeveer 50 centimeter. Kolblei kan onder andere van gelijkende soorten onderscheiden worden op basis van het aantal vinstralen in de anaalvin (22-26) en het aantal rijen schubben tussen de zijlijn en rugvin (7-9). Brasem heeft een kleiner oog en meer schubben tussen de zijlijn en rugvin (11-12), Donaubrasem heeft een langere anaalvin (41-48 vinstralen) en blauwneus heeft een verdikte neus en u-vormige bek. Ecologie Voortplanting In de periode mei tot juni trekt kolblei naar ondiep water om zich voort te planten op waterplanten of andere substraten. In de rivieren maken ze daarbij ook gebruik van ondergelopen uiterwaarden. Levenswijze De kolblei prefereert stilstaand tot langzaam stromend water en leeft in meren, plassen, kanalen en rivieren. De soort leeft in scholen, soms ook samen met brasem. Het voedsel bestaat uit slakjes, insecten, waterplanten, algen en dierlijk plankton welke met behulp de uitstulpbare bek uit de bodem gehaald worden. Verspreiding Kolblei komt in een groot deel van Europa voor uitgezonderd delen van Scandinavië, het Iberisch Schiereiland en de omgeving van de Adriatische zee. In Nederland is deze soort te vinden in vrijwel alle stilstaand tot langzaam stromend water zoals meren, plassen, kanalen en rivieren. Bedreiging en bescherming De kolblei is een vrij algemene soort in Nederland. Doordat er vaak verwarring met brasem optreed is er weinig bekend over de toe- of afname van de soort. De kolblei is zonder minimummaat of gesloten tijd opgenomen in de Visserijwet. Monitoring en trends Binnen het landelijk Verspreidingsonderzoek Zoetwatervissen, onderdeel van het Netwerk Ecologisch Monitoring (NEM), worden gegevens verzameld om te volgen hoe het gaat met de zoetwatervissen in Nederland. Voor een aantal soorten wordt gericht gezocht door vrijwilligers in door RAVON geselecteerde kilometerhokken. Daarnaast worden gegevens gebruikt die verzameld zijn middels andere monitoringsprogramma's (o.a. KaderRichtlijn Water), projecten en losse waarnemingen (Telmee.nl of Waarneming.nl). Op basis hiervan kunnen verspreidingstrends bepaald worden. Wil je hier zelf een bijdrage aan leveren, dan kun je voor meer informatie kijken op Verspreidingsonderzoek Zoetwatervissen. Zie ook Tel mee Printen 5394 Waardeer dit artikel Geen waardering