Grote modderkruiper Misgurnus fossilis Datum & tijd: Grote modderkruiper is een soort van verlandende wateren die tijdelijke droogval kan overleven door zich in te graven in de modder en zuurstof in zijn darmen op te slaan. Herkenning De grote modderkruiper (Misgurnus fossilis) behoort tot de familie van de modderkuipers (Cobitidae) en heeft een langgerekt bijna rond lichaam dat bij de staart zijdelings afgeplat is. De rug is donkerbruin tot roodbruin van kleur en over de licht geel tot oranje gekleurde flanken lopen in de lengterichting donkere vlekkerige banen. Ook op de kop bevinden zich vlekjes, het patroon is per dier uniek en maakt individuele herkenning mogelijk. De buik is licht geelbruin en kleurt in de paaitijd oranjerood. Rond de bek bevinden zich tien bekdraden: vier op de bovenlip, vier op de onderlip en twee in de mondhoeken. De soorten bermpje en kleine modderkruiper, met een vergelijkbaar uiterlijk, hebben slechts zes bekdraden. Grote modderkruipers kunnen circa 30 centimeter lang worden. Ecologie Voortplanting De voortplanting vindt plaats van april tot juni in ondiepere warme delen van het water met waterplanten, overhangende takken of andere vormen van structuur. Tijdens de paai krult een mannetje zich om een vrouwtje dat daarna de eitjes loslaat. De juveniele dieren groeien verder op in ondiepe plantenrijke oeverzones. Levenswijze De grote modderkruiper prefereert ondiepe wateren met een dikke modderlaag en een uitbundige waterplantengroei. De soort houdt zich overdag verscholen en voedt zich ‘s nachts met kleine ongewervelden zoals wormen, watervlooien, muggenlarven, waterpissenbedden en kreeftjes. Deze sporen ze op met behulp van hun bekdraden. Door een gespecialiseerde huid- en darmademhaling (via ingeslikte lucht) kunnen lage zuurstofgehalten overleefd worden. In drooggevallen wateren kan de soort zelfs enige tijd ingegraven in de modder overleven door de levensfuncties tot een minimum te beperken en gebruik te maken van huidademhaling. De dikke slijmlaag biedt hierbij bescherming tegen uitdroging. Verspreiding Grote modderkruiper komt voor van centraal Europa tot in Azië. Nederland ligt aan de westgrens van het verspreidingsgebied. De soort heeft een voorkeur voor verlandende wateren in laag dynamische overstromingsvlakten en moerasgebieden. In Nederland ligt een aanzienlijk deel van het leefgebied in de sloten van ingepolderde voormalige overstromingsvlakten. Bedreiging en bescherming Grote modderkuiper is een vrij zeldzame soort in Nederland en in de loop van de 20e eeuw sterk afgenomen door de sterke degradatie van verlandingshabitat als gevolg van menselijk ingrijpen in het watersysteem. Ten behoeve van de intensivering van de landbouw zijn laagdynamische overstromingsvlakten verdwenen. In de slootsystemen die hier zijn aangelegd wordt een tegennatuurlijk peilbeheer en vaak intensieve schoning van waterplanten uitgevoerd waardoor verlandingsvegetatietypen geen kans krijgen. De soort is in Nederland beschermd onder de Wet natuurbescherming. De grote modderkruiper is opgenomen in tabel II van de Habitatrichtlijn. Op de Rode Lijst heeft de soort de status ´kwetsbaar´(Staatscourant 2015 nr. 36471). Monitoring en trends Binnen het landelijk Verspreidingsonderzoek Zoetwatervissen, onderdeel van het Netwerk Ecologisch Monitoring (NEM), worden gegevens verzameld om te volgen hoe het gaat met de zoetwatervissen in Nederland. Voor een aantal soorten wordt gericht gezocht door vrijwilligers in door RAVON geselecteerde kilometerhokken. Daarnaast worden gegevens gebruikt die verzameld zijn middels andere monitoringsprogramma's (o.a. KaderRichtlijn Water), projecten en losse waarnemingen (Telmee.nl of Waarneming.nl). Op basis hiervan kunnen verspreidingstrends bepaald worden. Wil je hier zelf een bijdrage aan leveren, dan kun je voor meer informatie kijken op Verspreidingsonderzoek Zoetwatervissen. Zie ook Herkenningskaart Artikel RAVON 54 Artikel RAVON 67 Slootbeheer Film beheermaatregelen Tel mee Printen 31828 Waardeer dit artikel Geen waardering