Special 25 jaar Werkgroep adderonderzoek Nederland
presentaties
In het kader van het 25-jarig bestaand van de Werkgroep adderonderzoek Nederland is er een thema-ochtend met presentaties over de adder.
Op deze thema-ochtend kan je onder andere verwachten:
Waar verblijven adders in de zomer?
Door Johann Presscher
Adders zijn gebaat bij een fijnschalig mozaïek van hoger gelegen winterhabitats (droge heide) in combinatie met meerder types natte heide. Pitrusvelden met veenmos op voormalige landbouwgronden kunnen fungeren als een belangrijk zomerhabitat voor adders, ze bieden volop schuilgelegenheid en een hoge prooidichtheid. Het onderzoek op het Leggedlerveld toont de waarde van de drie dominante habitattypes aan door het seizoen heen.
RAVON collega Mark Groen maakte een mooie analyse van de waarde van deze pitrusvelden. Johann pleit voor een herwaardering van de pitrusvelden voor de reptielenfauna.

Wolfhezer adders in de knel
Door Raymond Creemers (RAVON)
De adders op de Wolfhezerheide leven al decennialang volledig geïsoleerd van hun Veluwse soortgenoten. De groep volwassen adders is inmiddels geslonken naar minder dan 30 dieren, alle adders wijken zien er anders uit dan hun soortgenoten elders. Onderzocht zijn de genetische diversiteit, morfologische afwijkingen in kopschilden als mogelijke aanwijzing voor inteelt én de jaarlijkse schommelingen in populatiegrootte. Er wordt gewerkt aan herstel van het leefgebied en aanvullende maatregelen om de populatie op korte en langere termijn te behouden.

Addervriendelijk bosbeheer
Door Wilco van den Berg
Open bossen zijn al lang onderschat als potentieel leefgebied voor adders. Aan de hand van literatuur en eigen waarnemingen schetst Wilco een beeld van de functies die open bossen kunnen vervullen in de levenscyclus van adders. Hij beschrijft in detail de waarde van verschillende successiestadia en geeft aanbevelingen voor een reptiel-vriendelijk beheer van bossen.
Veilig werken met adders
Door Ferdy Timmerman (RAVON)
Het effect van een adderbeet wordt doorgaans sterk onderschat en vergeleken met een wespensteek. Ferdy heeft het uitgezocht en komt tot de conclusie dat een adderbeet qua giftigheid gelijk staat aan tientallen wespensteken. Hoe het uit de hand kan lopen met adderbeten wordt in de presentatie aanschouwelijk gemaakt. Voor de vrijwillige onderzoekers van de WAN is een veiligheidsprotocol ontwikkeld waarin uiteengezet wordt hoe je het risico op een beet kunt minimaliseren. Dat blijkt ook wel nodig te zijn want diverse prominente leden van de Werkgroep zijn al eens gebeten.
Geografische variatie van kleurpolymorfisme bij adders
Door Niels Jansen
Kleurpolymorfisme bij ectotherme soorten en populaties is onderhevig aan meerdere selectiedrukken die geografisch kunnen variëren. Om beter te begrijpen welke selectiedrukken leiden tot deze geografische variatie in kleurpolymorfisme, hebben we verschillende hypotheses getest. Voor het testen van deze hypotheses hebben we ons gefocust op een van de meest wijdverspreide slangensoorten ter wereld, de Europese adder (Vipera berus). Voor het creëren van de dataset hebben we gebruik gemaakt van ruim 7000 burger waarnemingen, afkomstig vanuit het volledige verspreidingsgebied van de adder. De resultaten tonen de grote potentie van burgerwetenschap en verschaffen belangrijke informatie m.b.t. hoe soorten mogelijk op wereldwijde verandering reageren.
De presentatie is gebaseerd op de bachelor thesis, die Niels Jansen heeft geschreven onder begeleiding van Martin Mayer van de University of Inland Norway en Nick Pruijn van Hogeschool Van Hall Larenstein.

12