Search

Over RAVON Actueel English Steun ons Webshop

zaterdag 20 april 2024
Passagecheck: onderzoek naar de werking van vispassages

Passagecheck: onderzoek naar de werking van vispassages



Vissoorten als de aal (paling) zijn afhankelijk van migratie tussen zout en zoet water. In Nederland verhinderen barrières zoals stuwen, gemalen, sluizen en dammen de toegang tot grote delen van het leefgebied vanaf zee. Om ervoor te zorgen dat vissen kunnen migreren, worden er vispassages aangelegd. Het idee daarachter is goed, de werking blijkt helaas vaak niet effectief. Met het passagecheck onderzoek onderzoekt RAVON het functioneren van vispassages.

Wat houdt het passagecheck onderzoek in?
Bij een passagecheck kijken we naar het aanbod van vis en het functioneren van een vispassage. We onderzoek dit aan de hand van een merk-terugvangst onderzoek, waarbij glasaal en driedoornige stekelbaars een fluorescente VIE-tag (Visible Implant Elastomer) krijgen. Terugvangst van de gemerkte vissen geeft inzicht in het actuele aanbod van deze soorten, welk aandeel de vismigratievoorziening weet te passeren en hoeveel tijd hiervoor nodig is. Het aandeel dat weet te passeren en de snelheid waarmee dit gebeurt bepalen de efficiëntie (prestatie) van een vismigratievoorziening. Een cumulatieve doortrekcurve bepaalt de “Prestatie Index”, een kwalitatieve maat voor de efficiëntie waarmee passage door de vismigratievoorziening plaatsvindt. Door stroomsnelheidsmetingen en met behulp van camerabeelden wordt ook gekeken naar waar technische knelpunten zitten en of het gedrag van de doelsoorten goed gefaciliteerd wordt. Met behulp van alle informatie worden concrete verbetervoorstellen gedaan om de vispassage te optimaliseren.
 

Neem contact op

Voor meer informatie over Passagechecks, neem contact op met Sanne Ploegaert, senior projectleider bij RAVON. 

Video

Wat houdt het onderzoek in?

Bij het uitvoeren van een "Passagecheck" onderzoekt RAVON de werking van een vispassage, die is bedoeld om trekvissen van zee naar het achterland te laten passeren. 

Aanvullend onderzoek gedrag glasaal

In dit onderzoek kijken we niet naar het zwemgedrag van de glasaal, maar willen we weten waar en wanneer ze rusten, hoe ze het beschikbare habitat gebruiken en hoe omgevingsfactoren van invloed zijn op dit gedrag.

Passagecheck Bathse Spuisluis

Aan de Westerschelde vormt de Bathse Spuisluis de voordeur van een route naar de grote rivieren. Met zijn grote afvoer heeft deze sluis een sterk lokkende werking op trekvissen zoals glasaal (jonge aal). De spuisluis is een grote migratiebarrière op hun reis naar het zoete achterland, waar glasaal opgroeit tot volwassen aal. Om trekvissen, zoals glasaal, te faciliteren is één van de zes spuikokers uitgerust met een vismigratiemiddel. Een sluitvertraging op de sluisdeuren zorgt met opkomend getij voor een kort inspoelmoment, waarop zwakke zwemmers zoals de glasaal naar binnen kunnen. RAVON heeft een ’passagecheck’ uitgevoerd om de efficiëntie van deze voorziening voor glasaal te bepalen. Door middel van een merk-terugvangstonderzoek is de migratiebeweging van glasaal in kaart gebracht en is gekeken of de werking van de vismigratievoorziening hier ook goed op aansluit.

Merk-terugvangstonderzoek
Glasalen zijn gevangen en voorzien van een gekleurd merkteken (VIE-tag). Daarna zijn ze aan de voorzijde, tussen de sluisdeuren en aan de binnenzijde losgelaten (zie kaart). Glasalen met een merkje konden in het opvangnet (welke de koker volledig afsluit), met kruisnetten en in kunstmatige substraten worden teruggevangen. Met de terugvangsten konden het aanbod, de migratiebewegingen en het intreksucces worden bepaald.

V.l.n.r. Gemerkte glasaal (Mick Vos), Kunstmatige substraten, Controleren fuikvangst met UV, Gemerkte glasaal (Sanne Ploegaert).

 

 

 

 

 

 

 

 

Migratiebeweging rondom de sluis
Van het aanbod trok 26% naar binnen gedurende de onderzoeksperiode van 20 dagen, waarvan het grootste deel gedurende de eerste drie dagen. Van de succesvol ingetrokken glasalen spoelde echter 29% weer uit. Verschillende gemerkte groepen glasalen gaven extra inzicht in de effecten van het huidige spuiregime en habitatgebruik rondom de sluis. Glasalen verbleven maar kort aan de zeezijde van de sluis en een groot deel van de gemerkte glasalen verdween weer uit het gebied, zonder succesvol in te trekken. 

Voor glasalen uitgezet tussen de sluisdeuren werd een lager intreksucces (15%) gemeten als gevolg van een grote negatieve impact van het spuien (78% van deze groep spoelde uit naar zee). Enorme potentie voor vismigratie Met meer dan 500.000 glasalen was het seizoensaanbod zeer hoog en daarmee is de potentie voor vismigratie enorm. Tijdreeksen van kruisnetvangsten aan de zeezijde lieten zien dat er een duidelijke mismatch aanwezig is tussen de timing van de migratiebeweging, het spuiregime en de instellingen van de migratievoorziening.

Als gevolg van spuiactiviteit bevonden de grootste dichtheden van actief zwemmende glasalen zich pas ná het inspoelmoment van tien minuten voor de sluisdeur. Bij een aangepast spuiregime, waarbij voorafgaand aan het inspoelmoment niet gespuid werd, werd een 4,5 keer hogere dichtheid aan glasalen voor de deur gemeten. Op basis van de onderzoeksresultaten heeft RAVON aanbevelingen gedaan om vismigratie door de Bathse Spuisluis op de korte en lange termijn te vergroten, zodat aanzienlijk meer glasaal het achterland zal bereiken.

Over RAVON

RAVON is een onafhankelijke kennisorganisatie die samen met vrijwilligers de inheemse reptielen, amfibieën en vissen beschermt. RAVON, FLORON en Paddenstoelenonderzoek Nederland zijn onderdeel van Stichting Natuur Onderzoek Nederland.

Privacy statement

Geregistreerd bij

Logo ANBI

Telprojecten

Reptielen tellen
Amfibieën tellen
Vissen tellen

Partners

Doe mee

Word vrijwilliger
Word donateur
Doe een gift
Werkgroepen

Webshop

Contact

Telefoon: 024-7410600
Email: kantoor@ravon.nl
Contactpagina


Adres Natuurplaza
(gebouw Mercator III)
Toernooiveld 1 6525 ED
Nijmegen
Route

Vacatures

Back To Top